dinsdag 2 maart 2010

Genealogie als opdracht


Zijn boeken leende hij niet uit, Philips, baron van Leefdael, heer van Waalwijk en Beek. Ook niet aan de stadhouder. Niet dat deze het hem zelf vroeg; dat liet hij over aan Simon Slingelant, de secretaris van de Raad van State, die op 20 mei 1674 voor de tweede keer een bezoek bracht aan de baron. Het ‘particulier boeccien’ over de familie Renesse waarin prins Willem III geïnteresseerd was, bleef dus in Delft (waar Van Leefdael toen woonde) en Slingelant was niet zo goed of hij schreef de relevante gegevens netjes over.

Want ook al leende hij niet uit. Van Leefdael was niet kinderachtig. Iedereen die dat wilde, mocht profiteren van wat hij links en rechts aan genealogische en heraldische gegevens had gevonden. En dat was veel. Dikke registers vol kwartierstaten, wapenschilden en kopieën van akten en testamenten zijn ervan bewaard gebleven. Ze hebben alle betrekking op adellijke geslachten en ze bevinden zich in de Collectie Leefdael in het BHIC.

Het dagboek waarin hij verhaalt van het bezoek van Slingelant berust in de stadsbibliotheek van Gent en is in 1873 door
E. Varenbergh gepubliceerd onder de titel 'Aanteekeningen van eenen geslachtkundige der zeventiende eeuw'. Die uitgave is echter zeer zeldzaam, zelfs de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag beschikt niet over een exemplaar.

Net als de meeste moderne genealogen beperkte Van Leefdael zich niet tot data en wapens, maar deed hij ook onderzoek naar de geschiedenis van de streek waarin zijn voorgeslacht wortelde. Dat was in zijn geval het hertogdom Brabant, in het bijzonder de Meierij van ’s-Hertogenbosch, over de periode van de twaalfde tot de zeventiende eeuw. Ook van die historische gegevens legde hij dikke registers aan. Daarin zitten vooral akten, heel veel akten. Die gaan over van alles en nog wat, maar de meeste toch over geschillen. En over belastingheffing. Ook toen al.

Foto: Wapen uit de collectie Van Leefdael,1654

Geen opmerkingen: