deel uit het vonnis tegen Heiligers |
Voordat we in 200 jaar rechterlijke macht duiken, kijken we eerst naar de tijd ervoor. Hoe ging het er toen aan toe?
Voor de invoering van één uniforme rechterlijke organisatie in 1811 werd er door verschillende mensen en op verschillende manieren gestraft. Het was in feite een grote wir-war van kleine en grote gerechten, schepenbanken, drostambten en baljuwschappen die per regio en per plaats konden verschillen. Ook de vorm van straffen liep uiteen. Zo had je de schavotstraf. Als straf werd je op een verhoging tentoongesteld. Soms werd je alleen maar uitgescholden, maar als je iets ergers had gedaan werd je geslagen, gebrandmerkt of zelfs ter dood gebracht.
In een ander geval werd je naar een tuchthuis gestuurd (gevangenissen zoals wij ze kennen, waren er nog niet). Dat betekende niet alleen dat je vast zat, je moest ook de hele dag hard werken. Voor zware misdrijven kon iemand ter dood worden gebracht: onthoofding door het zwaard, verbranding op de brandstapel, verwurging aan de paal, ophanging of radbraken. Of er werd een lijfstraf opgelegd: geseling, brandmerken of het afsnijden van een oor. Straffen als boetes en verbanning uit de stad werden veel vaker opgelegd.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten