het Kapucijnenklooster |
Biechten bij de Kapucijnen was vroeger heel populair. Je kon natuurlijk ook naar de pastoor of kapelaan van je eigen parochie, maar je pekelzonden beleed je liever op anoniemere plekken. Voor Breda en omgeving waren dat de biechtstoelen van de Kapucijnen in Meersel Dreef, net over de Belgische grens. In ’s-Hertogenbosch konden biechtwillige zondaars sinds 1898 terecht in het klooster aan de Van der Does de Willeboissingel. Er zijn jaren geweest dat daar meer mensen kwamen biechten dan er Bosschenaren waren!
Kapucijnenkerk |
In 2011 vieren de Bossche Broeders Kapucijnen dat zij zich 400 jaar geleden voor het eerst in ’s-Hertogenbosch vestigden. Uiteraard komt er een boek, maar dat zal niet alleen gaan over het Bossche klooster, maar over alle Nederlandse Kapucijnen. Samensteller is de Tilburgse hoogleraar en kerkhistoricus dr. Jan Jacobs, zodat kwaliteit en leesbaarheid zijn gegarandeerd. Op 29 november gaf hij een voorproefje tijdens een lezing in de Bossche Kapucijnenkerk. Een helder verhaal met de nodige kwinkslagen ertussendoor! Er kon dus ook gelachen worden, maar dat hoort helemaal bij de franciscaanse traditie.
Dorothée van Beugen |
Jacobs begon zijn presentatie met de stichting van het huidige klooster in 1898. Die had de nodige voeten in de aarde, want bisschop Wilhelmus van de Ven werkte aanvankelijk niet mee. Paus Leo XIII moest eraan te pas komen om het licht op groen te krijgen. Bijzonder was ook dat de bouw van het kloostercomplex financieel mogelijk werd gemaakt door de schatrijke Bossche Dorothée van Beugen: de bouwheer was een dame!
Tijdens de lezing werd duidelijk dat de broeders veel hebben betekend voor de Bossche samenleving: via het parochiepastoraat, maar zeker ook via de biechtstoel. Deze oefende ook aantrekkingskracht uit op niet-Bosschenaren. Denk eens aan de bezoekers van de veemarkten! En doordat het klooster gemakkelijk te belopen was vanuit het station, kwamen er ook treinreizigers die elders de bloemetjes hadden buitengezet en met een schoongewassen geweten huiswaarts wilden keren.
29 november 2011 meldde het NOS-journaal dat menige gezagsdrager in de Nederlandse Katholieke Kerk al in de jaren 1950-1960 goed op de hoogte was van kindermisbruik binnen katholieke instellingen en dat desondanks alles ‘onder de pet bleef’. Dat bleek uit archieven van de Kinderbescherming die bij het BHIC worden bewaard. Juist in het licht van dat nieuwsfeit was het goed om te horen dat binnen de Kerk ook velen hun leven onbaatzuchtig in dienst stelden van hun medemensen, zeker de Bossche Kapucijnen!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten