vrijdag 17 augustus 2012

Hoezo boete? Studeer voor 16 daalder!

...gevonden in de notulen en resolutiën van Burgemeesteren en van den Raad der stad Grave...
Drieduizend euro boete omdat je te lang studeert? Dat moet in 1821 moeilijk te geloven zijn geweest. Met een beetje geluk kreeg je een beurs van zestien daalder en 18 grossen per jaar. Als je tenminste de juiste voorouders had.


Onderzoekster Leny van Lieshout stuitte in het archief van het gemeentebestuur Grave 1811-1941 op een opmerkelijke brief van de Koninklijke Regeringsraad, gericht aan het college van burgemeester en wethouders. De brief - die op 16 mei 1821 is afgeleverd bij het gemeentehuis - gaat over "de school- en stichtingsfondsen der stad Keulen". In de brief staat dat al op 9 januari 1629 in het voormalige Laurenziener Gymnasium door de executeurs testamentair van Jacob van Triest beurzen zijn gesticht voor twee onbemiddelde katholieke studenten uit zijn familie.
...fragment uit de brief waarin wordt gesproken over een beurs van 16 daalder en 18 grossen...
De regent van het gymnasium moet ook bijna tweehonderd jaar later eerst informeren bij de stadsbesturen van Grave, Nijmegen en Keulen of er verwanten van Van Triest zijn. Als zich binnen veertien dagen niemand meldt, mag hij de beurzen aan anderen verstrekken. Jammergenoeg hebben burgemeester en wethouders van Grave geen nazaten weten te traceren dus de beurs is aan Grave voorbij gegaan.
 
Op het gevaar af dat het mis gaat als een historicus gaat rekenen, staat dat bedrag van zestien daalder gelijk aan ongeveer 220 euro. Want een daalder was één gulden en vijftig cent waard. Zestien maal dat bedrag (plus een beetje voor de grossen) gooien we in de omrekentabel van het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis en dan krijgen we ongeveer een indicatie over welk bedrag het eigenlijk gaat.

Eerder werd over dit onderwerp geschreven in Merlet, 37e jaargang (2001), nummer 4, pag. 109. In te zien bij het BHIC in Grave.

Geen opmerkingen: