maandag 14 januari 2013

Echte armoede!

Het aantal mensen dat aanklopt bij een voedselbank neemt snel toe, in sommige delen van het land zelfs zo snel dat er wachtlijsten zijn. Bij de Tilburgse Voedselbank stonden vlak voor de Kerst gezinnen in lange rijen te wachten en klaagde de Voedselbank over een schrijnend tekort aan voldoende eten. Zelfs de Tilburgse pastoor van de Margarita Mariakerk moest er aan te pas komen en luidde de noodklok om mensen op te roepen hun teveel aan etenswaren naar de voedselbank te brengen. Dat doet sterk denken aan de jaren ’30 en ’40…

Al snuffelend in het archief van de St. Vincentiusvereniging Conferentie H. Hartparochie dat nu openbaar is, vinden we de kaarten “Moreele toestand en verdere bijzonderheden”. Daarop brachten twee leden van de Conferentie H. Hartparochie in Vught in de periode van 1935 tot 1937 verslag uit van hun huisbezoeken.

Laten we eens de kaart erbij nemen van een voor die tijd niet overdreven groot gezin in Vught, bestaande uit vader, moeder en zes kinderen. Dat ze steun nodig hadden is overduidelijk. Vader was grondwerker en had af en toe werk via de Werkverschaffing. De huishuur bedroeg f 4,- per week. Uit de krabbels kunnen we verder opmaken dat de oorzaak van de armlastigheid van dit gezin werkloosheid was.


Enkele notities die op bovenstaande kaart staan:
“28-11-1935     mud steenkolen toegestaan
16-01-1936     Ziek. Geen steun. Krijgt 1 japon, 1 mud eierkolen,  f  2,50 w.w. (werkeloosheidsuitkering), f 1,50 brood voor 1 keer
26-10-1936     krijgt 1 paar schoenen
21-12-1936     steun van Liduina (ondersteuningskas voor katholieke armlastige zieken in Vught)
11-01-1937     2 jongenspakjes + paar jurkjes
08-03-1937     Zieke vrouw bezocht
15-03-1937     schoenen laten repareeren.”


Het is slechts één van de vele kaarten waarop deze twee leden hun notities schreven. Tussen de archieven die dit jaar openbaar zijn geworden, zitten trouwens opvallend veel archieven van Armbesturen en Vincentiusverenigingen. Niks om je over te verbazen, want Nederland verkeerde tijdens het Interbellum in een periode van stagnatie, grote werkloosheid en armoede. Deze werd aangeduid als de Grote Depressie.

Vincentiusverenigingen vervulden een belangrijke rol in de ondersteuning van armen en gebrekkigen in de vooroorlogse stads- en dorpsgemeenschappen. Eén van de functies binnen zo’n conferentie was het wekelijks afleggen van huisbezoeken door twee werkende leden. Deze gaven ook persoonlijk de bonnen voor voedel, kleding, brandstof en huisraad af. Door dit systeem was er een goed inzicht in de noden van de armen binnen de parochie en konden ze er snel op inspelen. De verslagen van die huisbezoeken en de verleende ondersteuning werden in registers opgetekend en later op kaarten. Deze kaarten geven een indringend beeld van de situatie waarin arme gezinnen toen verkeerden.

Deze foto geeft een prachtig inkijkje in het dorpsleven in Brabant in de jaren '30 (foto: BHIC)
De Vincentiusbeweging had een duidelijk katholieke signatuur en de plaatselijke conferenties waren meestal aan een parochiekerk verbonden. Later verloor deze lekenorganisatie haar betekenis door de ontwikkeling van de verzorgingsstaat na de Tweede Wereldoorlog met als grote omslagpunt de invoering van de Algemene Bijstandswet in 1965, waarin voor het eerst een bestaansminimum werd gegarandeerd. Je hebt tegenwoordig nog steeds Vincentiusverenigingen, maar deze zetten zich in voor de ‘nieuwe armen’, zoals verslaafden en daklozen…

Geen opmerkingen: