Het BHIC in Grave zit nu vijf jaar aan de Arnoud van Gelderweg 73 in Grave. In het kader van het lustrum verzorgt Leny van Lieshout drie maanden iedere maandag een blog over bijzondere archiefstukken. Vandaag deel één.
Jan I (hij stierf in 1308) is
ongetwijfeld de bekendste van alle heren van de stad Grave en het Land van
Cuijk uit het geslacht van Cuijk (Kuyc).
En zeker ook de vrijgevigste: hij heeft zijn onderdanen onder meer een
forse schenking gedaan in de vorm van de helft van het gebruiksrecht van de
woeste grond in de regio. Het Graafse gasthuis, door hemzelf gesticht, kreeg de
andere helft.
In 1854 presenteerde een van de regenten van het gasthuis aan
zijn collega’s een gipsen beeld van Jan I. Het kwam in een gestukadoorde nis in
de regentenkamer te staan met een gedenkplaat eronder. Daar staat het nog
steeds. De Stichting die het erfgoed beheert van het gasthuis heeft nog een
ander beeld dat alleen wat de beschildering betreft van het eerste verschilt;
verder is het identiek.
Ook het stenen beeld van Jan I in het dorp Cuijk
(gemaakt in 1865 voor de voorgevel van het gemeentehuis en inmiddels vervangen door
een bronzen beeld) ziet er, afgezien van de grootte, vrijwel precies hetzelfde
uit. Er is dus maar één Jan I in diverse gedaanten. Het oorspronkelijke gipsen
beeld zou gemaakt kunnen zijn in de fabriek van Antonius Franciscus Jaspers
(1816-1897) in Cuijk; het ligt immers niet voor de hand dat er elders in het
land veel behoefte zou zijn om een Jan I te maken. Jaspers’ bedrijf is het
enige dat voor deze periode onder Cuijk
wordt genoemd door de makers van de ter zake kundige website
vriendenvandekerstgroep.nl. Vanaf 1852 wordt er in de Cuijkse gemeenteverslagen
een ‘fabriek van Kerkornamenten, verbonden met eene hout- en beeldsnijderij’
genoemd die van hem lijkt te zijn.
Wil je meer weten over de herkomst van de heren van Cuijk? Lees dan hier meer.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten