|
...fragment uit de brief... |
De pannenkoeken zijn taai en eigenlijk niet te eten, qua huisraad is er niets van enige waarde maar veel erger: het is er zo vies. De huizen, de bedden en de mensen zelf, alles is er vies. Een Amsterdamse soldaat beschrijft in een brief hoe hij de Meierij ervaart.
Het is sowieso een drassig gebied met vreemde, kromme wegen. Als je er niet bekend bent en je zou er 's nachts lopen, zou je dat wel eens met de dood moeten bekopen. De huizen zijn opgesierd met klei en zand op de grond en liggen vol stof.
"Het stof doordringt hun gans dat zij geen mensch gelijken, dat zij meer op een zwart dan op een blank mensch gelijken." Het eten maken de mensen klaar in een 'souspan' die je ze nooit schoon ziet maken.
In de zomer dragen vrouwen geen kousen en wassen ze hun voeten niet.
"Smerigheid en drek is t siraad hunner wooning, het is om aantezien een schrikkelijk vertoning." De soldaat constateert verder dat vrouwen en mannen er dag en nacht werken (
"de mannen staan gelijk aan hunnen os of paard") en dat geen "
vatsoenlijk" meisje met je wil lopen omdat dat
"groote schand" zou zijn.
|
...de handtekening van de briefschrijver... |
De brief wordt ondertekend met de naam Klooster. Is dat zijn echte naam? Omdat de brief niet gedateerd is, is het de vraag wanneer de beste man de brief heeft geschreven. Het epistel komt niet uit ons archief maar is naar het BHIC gestuurd door E. Huber, later aangevuld met gegevens van G. Boerlijst (dank daarvoor!) Uit de inhoud - onder meer de gedetailleerde omschrijving van het interieur - zou je kunnen opmaken dat hij als soldaat ingekwartierd is geweest. De vermelding van oorlogsgeweld wijst in die richting. De Belgische Opstand wellicht? Dat stemt niet overeen met de geboortedatum van de vermoedelijke briefschrijver die in 1831 is geboren. Feit blijft dat de brief een niets verhullend tijdsbeeld weergeeft, zoals alleen een buitenstaander die kan constateren.
Wil je de brief in zijn geheel lezen? Lees dan hier
de transcriptie.
Meer over de Meierij? Lees dan ook eens de weblog van
Stephanus Hanewinckel.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten