Het BHIC in Grave zit nu vijf jaar aan de Arnoud van Gelderweg 73 in Grave. In het kader van het lustrum verzorgt Leny van Lieshout drie maanden iedere maandag een blog over bijzondere archiefstukken. Vandaag deel vier.
Dankzij een Graafsche Courant uit 1895 is een Graafsche Courant van 23 mei 1798
bewaard gebleven met daarin een uitvoerig verslag van de manier waarop in Grave
het aannemen van de Bataafse Staatsregeling
(in wezen de eerste Nederlandse grondwet) is gevierd. Het was een onvergetelijk
feest, gevierd op zaterdag 19 mei 1798 op het ‘plein der vrijheid’ (de Markt)
onder overweldigende belangstelling.
Kosten noch moeite waren gespaard. Een
grote optocht bracht een wagen met daarop een vrijheidsboom naar de Markt. Voor
de wagen liepen 16 ‘Vaderlandsche zangeressen’ met in de ene hand een
‘Bataafsche Zang’ en in de andere een bloemtak; voor hen uit een vlag met
daarop de spreuk ‘Hij zal ons steeds aan dezen dag doen gedenken’. Onder
algemene geestdrift werd de boom geplant, waarbij de zangeressen uitbarstten in
hun ‘Bataafsche zang’.
Klokgelui, kanongebulder, illuminaties en ander vermaak zorgden
tot laat in de avond voor een uitgelaten stemming. De complete ‘Bataafsche
Zang’, gedicht door H.J. Giebe op de muziek van de Marseillaise, werd in de Graafsche
Courant van een week later (in 1895) aan de vergetelheid ontrukt. In het Oud
Archief van Grave is deze ‘Bataafsche Zang’ in het door Adriaan van Dieren
gedrukte origineel bewaard gebleven (hier getoond). Met een ontnuchterend
effect: waar Giebe dicht dat de boom diende ‘om gryzen eeuwen te verduuren’ is
met de pen toegevoegd: ‘tot 14 mei 1811’ .
Wil je meer weten over deze tijd? Lees dan het verhaal over Marcelus van Aar.
Of benieuwd naar meer verhalen van Leny van Lieshout? Klik dan hier.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten