maandag 11 maart 2013

Hoe eeuwig is eeuwig?





Het BHIC in Grave zit nu vijf jaar aan de Arnoud van Gelderweg 73 in Grave. In het kader van het lustrum verzorgt Leny van Lieshout drie maanden iedere maandag een blog over bijzondere archiefstukken. Vandaag deel vier.


Dankzij een Graafsche Courant uit 1895 is een Graafsche Courant van 23 mei 1798 bewaard gebleven met daarin een uitvoerig verslag van de manier waarop in Grave het aannemen van de Bataafse Staatsregeling (in wezen de eerste Nederlandse grondwet) is gevierd. Het was een onvergetelijk feest, gevierd op zaterdag 19 mei 1798 op het ‘plein der vrijheid’ (de Markt) onder overweldigende belangstelling. 

Kosten noch moeite waren gespaard. Een grote optocht bracht een wagen met daarop een vrijheidsboom naar de Markt. Voor de wagen liepen 16 ‘Vaderlandsche zangeressen’ met in de ene hand een ‘Bataafsche Zang’ en in de andere een bloemtak; voor hen uit een vlag met daarop de spreuk ‘Hij zal ons steeds aan dezen dag doen gedenken’. Onder algemene geestdrift werd de boom geplant, waarbij de zangeressen uitbarstten in hun ‘Bataafsche zang’. 

Klokgelui, kanongebulder, illuminaties en ander vermaak zorgden tot laat in de avond voor een uitgelaten stemming. De complete ‘Bataafsche Zang’, gedicht door H.J. Giebe op de muziek van de Marseillaise, werd in de Graafsche Courant van een week later (in 1895) aan de vergetelheid ontrukt. In het Oud Archief van Grave is deze ‘Bataafsche Zang’ in het door Adriaan van Dieren gedrukte origineel bewaard gebleven (hier getoond). Met een ontnuchterend effect: waar Giebe dicht dat de boom diende ‘om gryzen eeuwen te verduuren’ is met de pen toegevoegd: ‘tot 14 mei 1811’.

Wil je meer weten over deze tijd? Lees dan het verhaal over Marcelus van Aar.
Of benieuwd naar meer verhalen van Leny van Lieshout? Klik dan hier.

Geen opmerkingen: