Een gedeelte van het verslag, waarin de verschillende menu's worden beschreven |
De jongens die in 1907 op de
openbare school te Mill zaten, konden van geluk spreken. Zo’n 42 keer konden
zij tussen de middag op het Raadhuis van de gemeente Mill genieten van
verschillende soorten maaltijden die volgens het verslag van de gemeente ‘op de
meest smakelijke wijze’ bereid waren. Op zogenaamde ‘vleeschdagen’ konden de
jongetjes zich te goed doen aan een flink bord erwtensoep met spek en brood,
terwijl op de overige dagen melk met rijst en ‘mik’ op het menu stond. Eenmaal
werden de scholieren zelfs verrast met spekkoek en een andere keer werden ze
getrakteerd op, jawel…chocolade!
Hoewel mannen en jongens tegenwoordig
over het algemeen bekend staan als echte vleeseters, bleek in Mill dat de
jongens ‘het meeste belust waren op melk met rijst’ en om deze reden kregen zij
dit gerecht soms ook geserveerd op de ‘vleeschdagen.’
Het Raadhuis te Mill, waar de jongens hun 'heerlijke spijzen' kregen uitgedeeld |
Deze zogenaamde
‘spijsuitdeelingen’ hadden natuurlijk wel wat voeten in de aarde en daarvoor
worden in het verslag van 1907 enkele mensen en instanties geprezen. Zo wordt
als eerste genoemd Marie Schraven, de kokkin die de spijzen heerlijk wist te
bereiden, maar die ook met tact met de jongens om wist te gaan. Verder wordt de
secretaris van de gemeente bedankt, aangezien de maaltijden zeer dicht bij zijn
kantoor werden bereid en uitgedeeld. Voor hem zou de 'spijskokerij’ niet anders
dan onaangenaamheid en hinder kunnen hebben, maar hij heeft nooit geklaagd en
droeg dit initiatief zelfs een goed hart toe.
De gemeente Mill was maar wat
trots op hun ‘voedseluitdeelingen’, zo blijkt uit het verslag. Volgens de
commissieleden en de burgemeester liet deze liefdadigheidsinstelling zien dat de
gemeente Mill ‘er recht op heeft mede vooraan te staan in de rijen van orde en
beschaving.’ Met de maaltijden werd namelijk in een behoefte voorzien, had men
nut gesticht en heeft men het leed van de jongens weten te verzachten. De
scholieren zelf hebben zich tijdens de uitdeelingen bovendien voorbeeldig gedragen
en hebben zich ook erkentelijk getoond voor de maaltijden. Net als tegenwoordig
was er dus in 1907 een grote behoefte aan gratis voedsel en de gemeente hoopte dan
ook dat de inwoners de ‘spijsuitdeelingen’ zouden steunen uit hun ‘liefdadige
goedhartigheid’.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten