...Veer met Maasbrug bij Gelderse oever... |
Het BHIC in Grave zit nu vijf jaar aan de Arnoud van Gelderweg 73 in Grave. In het kader van het lustrum verzorgt Leny van Lieshout drie maanden iedere maandag een blog over bijzondere archiefstukken. Vandaag deel negen.
In
1929 kwam er een vaste verbinding tot stand in de vorm van een brug tussen de
oevers van de Maas bij Grave respectievelijk Nederasselt. Alle eeuwen daarvoor
had het verkeer zich moeten behelpen met een veer dat een eindje stroomopwaarts tussen de Maas- of Veerpoort in
Grave en de andere oever voer. Dat veer wordt al gedocumenteerd in 1381.
Het
was en bleef steeds in particuliere handen. De eigenaren anno 1929 waren
uiteraard niet blij met de brug, temeer daar de rijksoverheid van geen
schadevergoeding wilde weten. De procedures daarover liepen op niets uit. In
tijden van oorlog was een veer natuurlijk kwetsbaar en schoot het bovendien in
capaciteit tekort. Er werden dan tijdelijke schipbruggen gelegd, boten dwars op
de rivier met planken erop, vroege versies van de jaarlijkse pontonbrug over de
Maas bij Cuijk ter gelegenheid van de Vierdaagse. Scheepvaart was er in
oorlogstijd niet of nauwelijks, maar onder normale omstandigheden des te meer.
Een brug van voldoende hoogte was en is bij toenemend verkeer dan de enige
oplossing.
Uit archivalia in Brussel (Algemeen Rijksarchief) en Grave (archief
van het veer; stadsarchief Grave) blijkt dat zo’n Graafse brug tenminste één
keer, en wel heel vroeg, serieus in discussie is geweest. In 1545 bepaalde
keizer Karel V als heer van Grave alvast de tarieven voor een te maken houten
brug bij Grave: zoveel voor een kar, zoveel voor een os, zoveel per persoon.
Het kwam er niet van, maar het moet niettemin als haalbaar zijn beoordeeld: de
Maas zal toen minder breed zijn geweest dan nu.
Vind je dit interessant? Lees dan ook:
Geen opmerkingen:
Een reactie posten