...Carl Thomas... |
Carl Thomas was één van de
drijvende krachten achter de Ordedienst in “Gewest 17”. Hij voerde het commando
over deze post, was koerier van het algemeen hoofdkwartier, richtte
radio-zendposten in, zorgde voor elektrische noodvoorzieningen, regelde de
opvang van parachutisten en onderhield contacten met gijzelaarskampen. En sprak
daar na de oorlog nauwelijks meer over.
Dag in
dag uit was Carl Thomas in de oorlogsjaren op pad. Hij had verschillende onderduikadressen,
weet zijn zoon Carl Thomas jr. Onder meer bij de Duitse nonnen van het
Carolusziekenhuis aan de Jan Heinstraat in Den Bosch maar ook bij een oude
boerin aan de Kampdijklaan en bij pastoor Cox in Den Dungen en in Maren. Niet
voor niets want de Duitsers hadden Thomas in de smiezen; in de loop van de
oorlog werd een flink bedrag uitgeloofd voor degene die Thomas zou aangeven. Ook
vanuit een heel andere hoek bleek dat al het werk van Thomas niet onopgemerkt
bleef. Al in december 1943 schreef Louis de Bourbon een gedicht – Libertatis
Cupido – opgedragen aan Carl Thomas.
Thomas
was geen beroepsmilitair maar voor zijn nummer in dienst toen de oorlog begon.
Tijdens de mobilisatie vocht hij op de Grebbenberg. Met de capitulatie is hij –
“bijna als vanzelf”- in het verzet gekomen, vertelt zijn zoon. “Wat hij precies
allemaal had gedaan, daar praatte hij niet over. Als ik er naar vroeg, gaf mijn
moeder antwoord.”
Na de
oorlog kwamen veel vrienden uit het verzet over de vloer. “Maar ook dan ging
het niet over het verleden. Eerder over wie er geen lintje mocht krijgen,
gezien zijn opstelling in de oorlog. Of een ‘fout’ bedrijf dat subsidie zou
krijgen. Dan was één bezoek of een telefoontje aan Den Haag voldoende om dat te
voorkomen”, vertelt Thomas jr.
...Carl Thomas (links vooraan)... |
Niet
alleen zijn vader, ook zijn moeder werkte als koerier tijdens de oorlog. “Mijn
ouders troffen elkaar op verschillende onderduikadressen, kozen er bewust voor
om in die jaren niet aan kinderen te beginnen. Het had allemaal behoorlijke
consequenties voor hun dagelijks leven maar eenmaal na de bevrijding was dat
voorbij. Streep eronder en weer verder met hun leven, zonder er al te veel
woorden aan vuil te maken.”
Informatie
wat zijn ouders zoal hebben gedaan, komt dan ook voornamelijk uit oude kranten.
Zoals het artikel uit Het Huisgezin, van 4 juni 1953, toen Thomas de Bronzen
Leeuw kreeg; de hoogste onderscheiding die voor verzetswerk werd toegekend. In
1954 kreeg Thomas ook de Medal of Freedom met de Bronzen Palm. In die kranten
lezen we ook dat Thomas op persoonlijk aandringen van Prins Bernhard na de
bevrijding het militaire commissariaat voor het gewest Den Bosch op zich nam.
Later werd hij militaire commissaris voor Noord-Brabant en Limburg met de rang van
luitenant-kolonel.
In die
functie hielp hij E. Stibbe die na de oorlog terugkeerde en merkte dat zijn
schoenenfabriek Bloch&Stibbe in Waalwijk was geconfisqueerd. In het
maandblad van de fabriek schreef Stibbe dat hij bij een jonge majoor – ‘een man
van logisch verstand’ – terechtkwam die “zonder
enige ambtelijke poespas onmiddellijk tot een logische oplossing leidde”.
Thomas maakte Stibbe tot officieel beheerder van de fabriek. “Het eerste geval van rechtsherstel in
Nederland”, concludeerde Stibbe. Nadat het civiel gezag terugkeerde en
Thomas was vrijgesteld van zijn militaire functies, ging Stibbe direct naar hem
toe. “Ik was ervan overtuigd dat een
dergelijk persoon met zoveel energie en doorzettingsvermogen de juiste persoon
moest zijn om bij de wederopbouw van onze leeggeplunderde fabriek.”
Vind je dit interessant? Lees dan ook:
Geen opmerkingen:
Een reactie posten