Maria Margaretha van Valckenisse (1605-1658) |
Op 10 juli 1663 verscheen in Oirschot een troepenmacht van 160 soldaten om het dode lichaam van een opgebaarde non in beslag te nemen en het lijk naar Den Bosch te voeren. Daar werd het in de nacht van 4 op 5 augustus heimelijk in de Sint-Jan begraven. Vanwaar zo’n actie?
De hele operatie was bedoeld om een einde te maken aan wat de protestantse overheid “toverij” noemde: bedevaarten en wonderbare genezingen die zich voltrokken rond het opgebaarde lijk van de Heilige Non van Oirschot. Haar stoffelijk overschot lag inmiddels al vijf jaar lang in de kloosterkapel tentoongesteld, zonder dat er van enige vorm van bederf sprake was. Wat er wél gebeurd was, was dat twee maanden na het overlijden van de kloosterzuster haar lijk aanzienlijke hoeveelheden olieachtige vloeistof begon af te scheiden. Olie die werd gebruikt om de godslamp te branden, maar die ook diende om wonderbaarlijke genezingen te bewerkstelligen. Toen zelfs de koning van Frankrijk, Lodewijk XIV, om wat “heilige olie” ten behoeve van zijn zieke dochter vroeg, was dat de druppel die de emmer bij het wereldlijk gezag, de Staten-Generaal, deed overlopen.
En zo verhuisde dus met veel machtsvertoon het lichaam van Maria Margaretha van Valckenisse (of Maria Margaretha der Engelen, zoals haar kloosternaam luidde) naar de Sint-Jan. Maar hoe was zij eigenlijk in Oirschot terechtgekomen? Maria Margaretha was op 26 mei 1605 geboren als dochter van de Antwerpse stadssecretaris Philips van Valckenisse. In 1624 trad zij in bij de Ongeschoeide Karmelietessen in Antwerpen. Daar onderscheidde zij zich al door haar intense navolging van het lijden van Christus en bezorgde haar extreme versterving haar een reputatie van heiligheid.
In 1644 werd zij uitverkoren om met twee medezusters in Oirschot een nieuw karmelietessenklooster op te zetten, met nota bene toestemming van stadhouder Frederik Hendrik. En ook in Oirschot groeide Maria Margaretha's reputatie van heiligheid. Zij kreeg voorspellende dromen, kon op twee plaatsen tegelijk zijn (bilocatie), was in staat gewetensgeheimen van derden te doorgronden en zou in 1654 de stigmata (wonden op haar lichaam, op dezelfde plaatsen als op het lichaam van Christus) hebben ontvangen.
Lees de uitgebreide biografie van Maria Margaretha door Marc Wingens op Thuis in Brabant.
Vind je dit interessant:
- Ze werkt te hard
- De Alette Jacobs van het Land van Heusden van Altena
Geen opmerkingen:
Een reactie posten