...terechtstelling van een zwerver, beticht van diefstal... |
Hamerslagen weerklinken in de bossen van Geijsteren, vlakbij de Willibrorduskapel, op de grens van Limburg en Brabant. Twee mannen leggen de laatste hand aan een galg. Op zaterdag 2 november 2013 zal daar een terechtstelling plaatsvinden. De zwerver die het zilveren kruisbeeld uit de kapel zou hebben gestolen, is eindelijk opgepakt en ter dood veroordeeld. Op dezelfde dag onderhandelen de wethouders van de gemeenten Boxmeer, Sint Anthonis en Venray in de kapel over het precieze verloop van de grens. Dan zal eindelijk duidelijk zijn wat Brabants is en wat Limburgs.
De druilerige regen die de hele ochtend viel, is opgehouden, wanneer een grote groep mensen over de zandweg naar de kapel loopt. De stoet wordt aangevoerd door de schout van Geijsteren. Twee dienaren van de wet sleuren de tegenstribbelende verdachte mee. Na aankomst bij de kapel en de galg spreekt de schout de menigte toe. Daarna probeert hij voor het laatst de zwerver tot een bekentenis te dwingen. Deze blijft, alle pijnigingen ten spijt, volhouden dat hij onschuldig is.
Mogelijk is de schout nu niet meer zo zeker van zijn zaak. Hij nodigt iedereen uit de kapel binnen te gaan. De landloper ligt geknield voor het altaar, zijn ogen gericht op de beeltenis van Sint-Willibrord boven het altaar. “Deze onverlaat zal hangen, tenzij de heilige Willibrord een teken geeft!” brult de schout. Meteen is het doodstil, en dan rinkelt er iets: het kruisje dat tegen het Willibrordbeeldje was bevestigd, is naar beneden gevallen! De spanning ontlaadt zich, zowel bij de zwerver als bij de samengepakte menigte in de kerkbanken. Sint-Willibrord zelf heeft ingegrepen – er zal deze middag niemand worden gehangen!
De kapel stroomt leeg; alleen de drie onderhandelaars blijven achter. Zij zijn er al na vijf minuten uit en komen lachend naar buiten. Het Gilde van Geijsteren brengt de vendelgroet en daarna mogen de drie wethouders de zwarte doek wegtrekken die de hardstenen grenspaal uit 1553 omhult. Pas nu wordt het precieze verloop van de grens duidelijk. Aan de ene kant van de paal is het wapen van het (Brabantse) Land van Cuijk bevestigd, aan de andere kant dat van het (Limburgse) Land van Kessel. Houten paaltjes met tekstvlaggetjes, geplaatst op twee lijnen die vanaf de stenen paal het bos inlopen, markeren de ‘taartpunt’, het segment Land van Cuijk dat hier het Land van Kessel insteekt.
Daarna is ‘t hoog tijd voor een borrel en voor Bernard Ploegmakers uit De Rips. Hij vertelt over de grenspalen in deze streek, al vanaf 1200. Die markeerden niet alleen de grenzen van dorpen, heerlijkheden en provincies, maar ook van landen. Bijvoorbeeld van 1648 tot 1713 van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden en van de Spaanse Nederlanden. Samen met een ploeg geïnteresseerden, afkomstig uit beide provincies, plaatste Ploegmakers weer palen op de oude grenzen: van Deurne tot de Vredepeel en van de Vredepeel tot de Willibrorduskapel bij Geijsteren.
...folder over de grenspalen... |
Om half 5 keert de menigte huiswaarts. Sommigen kijken nog even om. Zij zien de kapel, de grenspaal en de galg langzaam oplossen in een nevelige herfstregen.
Vind je dit interessant? Lees dan ook:
Geen opmerkingen:
Een reactie posten