...aan het werk in Landhorst... |
'Buiten zit van binnen' is het thema van de Brabantse Erfgoed Biënnale. In het kader daarvan heeft Erfgoed Brabant een portrettenserie gemaakt van Brabanders die iets hebben met de grond waarop ze wonen, leven en werken. In deze blog aandacht voor één van die afleveringen, namelijk die over Landhorst.
Even een flinke stap terug in de tijd. Midden in de Peel ligt Landhorst, een soort niemandsland. Het gebied was eigendom van de Heer van Cuijk, die deze barre vlakte, waar slechts wolven en struikrovers huisden, verdeelde onder de nabijgelegen gemeenten Beers, Beugen, Cuijk, Haps, Wanroij en Oploo. De plek waar later de dorpskern van Landhorst zou komen, viel vanaf toen grotendeels onder Wanroij en voor een stukje onder Beugen (de Beugense hei). In Wanroij had men het over de Wanroijse Peel. In de twintigste eeuw ontstond hier een echt ontginningsdorp.
Maar de start is niet al te veel rooskleurig. "Het is niks en het wordt niks...", zou burgemeester Cornelissen gezegd hebben. Ook zijn opvolger, burgemeester Smulders, sprak na de oorlog over Landhorst als een ”ongewenst kind dat er nooit had mogen komen.” Maar dat ligt nu allemaal lang achter ons. Landhorst heeft zich ontwikkeld tot een kerkdorp van ongeveer 750 inwoners met diverse interessante bedrijven. Zoals het melkveebedrijf van de familie De Kleijne. Ze houden een melkveebedrijf compleet met melkrobot. Toch komt opa De Kleijne nog elke dag naar de boerderij van zijn oudste zoon om wat koeien machinaal te melken. Een familieportret uit dit ontginningsdorp vind je hier (vanaf pagina 19).
Vind je dit interessant? Lees dan ook:
- Licht aan Landhorst
- Echtpaar de Win: beroemd in heel Landhorst
Geen opmerkingen:
Een reactie posten