Eerste pagina van de serviesrekening uit 1629 |
Vorige week heb je kunnen lezen over mijn onderzoek in de stadsrekeningen van Grave in het kader van mijn afstudeerscriptie Archiefwetenschap. Dit keer duiken we nogmaals het Graafse stadsarchief in, maar nu kijken we naar de documenten die iets te maken hebben met de militaire taken van het vestingstadje.
In de scriptie stond de vergelijking van alle inventarissen van het Graafse stadsarchief centraal. Maar hoe doe je dat? Eén manier was het analyseren van alle documenten van één werkproces, om vervolgens te kijken op welke manier latere archivarissen om zijn gegaan met deze documenten. Hoe hebben zij de stukken beschreven en geordend? Hieronder volgt een aantal voorbeelden van stukken die uit dit militaire werkproces zijn voortgekomen.
Servies- en logiesgelden?
De officiële naam van het proces is 'de ontvangsten en distributie van logies- en serviesgelden.' In modern Nederlands betekent het dat er wordt gekeken naar de ontvangsten en verspreiding van de vergoedingen die burgers ontvingen voor het onderbrengen van soldaten (logiesgelden) en de lonen die officieren en soldaten betaald kregen (serviesgelden).
Deze handelingen zijn onder meer vastgelegd in een serie serviesrekeningen, die in Grave in 1602 begint. Hieronder zie je twee voorbeelden van dergelijke rekeningen, één uit de periode 1627-1629 en één uit 1662-1665. Het verschil in omvang van de rekeningen is te verklaren door de toename van het aantal oorlogshandelingen tijdens de Tachtigjarige Oorlog en de afname daarvan na de Vrede van Münster in 1648.
De omvangrijke serviesrekeningen uit 1627-1629 |
De compacte rekeningen uit de periode 1662-1665 na de Vrede van Münster |
Inkwartiering
Tot en met begin 19e eeuw gingen de Graafse burgers gebukt onder de last van de aanwezigheid van vele militairen. De meeste burgers werden namelijk gedwongen slaapplaatsen aan de soldaten aan te bieden. Hiervoor kregen zij uiteraard een vergoeding, de zogenaamde logiesgelden, van de Raad van State. Deze logiesgelden werden door het stadsbestuur namens de Raad uitgekeerd en dit resulteerde vaak in onenigheid over achterstallige betalingen.
Om de vergoedingen te ontvangen, werd per gezin bijgehouden hoeveel soldaten er waren ondergebracht op zogenaamde logiesbriefjes. Hieronder een voorbeeld van dergelijke briefjes, waarbij ook duidelijk de schade te zien is, veroorzaakt door de brand op het gemeentehuis in 1902.
Een verzameling logiesbriefjes uit begin 19e eeuw |
Eindelijk: kazernes!
De burgers begonnen steeds meer te klagen over de vele militairen die de stad moest herbergen. Op een gegeven moment, in 1629, waren er maar liefst 4000 militairen in Grave gelegerd, terwijl het vestingstadje zelf slechts 2000 inwoners telde! Steeds meer stemmen gingen op voor het bouwen van kazernes. Onderstaande notitie van het stadsbestuur laat het overschot aan militairen goed zien. Hiermee wilden de bestuurders aan de hogere autoriteiten de penibele situatie duidelijk maken en zo toestemming vragen voor de bouw van kazernes. Uiteindelijk werd deze toestemming in 1743 door de Raad van State verleend. Helaas was de capaciteit van de kazernes niet altijd groot genoeg, waardoor sommige burgers opnieuw tot inkwartiering van soldaten werden gedwongen.
Notitie van het stadsbestuur in 1742 met een opsomming van het aantal huizen (309) en het aantal gelegerde militairen (rond de 1500) in Grave |
Volgende week: de oudste inventarissen
Bovenstaande documenten zijn beschreven en geordend in verschillende inventarissen. Volgende week zal ik de oudste inventarissen bespreken. Hoe gingen de Graafse secretarissen uit de 17e en 18e eeuw om met deze archiefstukken? Niet altijd even zorgvuldig, zoals zal blijken...
Vind je dit interessant? Lees dan ook:
- Alarm aan de Maas
- Ton bier en 'n gevangen schout: cloveniers in Grave
Geen opmerkingen:
Een reactie posten