…Kaart met observatieposten
nabij de grens bij Eersel. Met de 'Fil électrique' (Dodenhek) langs de grens
getekend...
|
Het verzamelen van inlichtingen kwam in de Eerste Wereldoorlog al op zeer grote schaal voor. Het British Military Intelligence Commission hield zich vanuit de standplaats Rotterdam bezig met spionage en contraspionage (het zoeken naar spionageactiviteiten van de vijand). Een uitgebreid netwerk van spionnen en koeriers rondom de grens van België en Nederland hadden de taak een goed beeld te schetsen van vijandelijke troepenverplaatsingen. De BMIC zetten hiervoor veel Belgische en Nederlandse burgers in, die graag een centje wilden verdienen. Het spionnenwerk was gevaarlijk, maar zeer lucratief. Veel Brabanders hebben treinen en boten gespot en via codetaal de aantallen troepen doorgeseind aan de spionagenetwerken van zowel de Engelsen als de Duitsers.
Vanuit het neutrale Nederland konden de Engelsen en de Duitsers vrij gemakkelijk hun spionagenetwerken organiseren. Voor de Brabantse inwoners aan de grens met België bleef dit niet onopgemerkt. Om een goed beeld van vijandelijke bewegingen te krijgen werden langs de gehele grens met België en Duitsland observatieposten opgezet. Deze observatieposten bevonden zich vaak vlak bij het beruchte ’Dodenhek’, een kilometers lang hek van prikkeldraad langs de hele grens van Nederland. Ondanks het Dodenhek waren veel spionnen en koeriers toch in staat de grens te passeren.
Vind je dit interessant? Lees dan ook:
Geen opmerkingen:
Een reactie posten