...Archief J.B. van Son, 1820-1920, toegang 2016, inventarisnr. 35... |
Het ziet er uit als een gewone bladzijde uit een 19e-eeuws archief, maar schijn bedriegt. Mijn tot Stuk van het Jaar verkozen archiefstuk beschrijft namelijk een opeenvolging van gebeurtenissen in de katholieke missie te Java. De minister van Rooms Katholieke Eredienst, Bosschenaar Jan Baptist van Son, werd als katholiek geconfronteerd met de informele protestantse natie en de invloed daarvan op de katholieke missie in de Oost.
In het midden van de negentiende eeuw was de katholieke missie op volle toeren bezig aan een come back. In de Nederlandse koloniën in de Oost en de West werden missionarissen erop uit gestuurd om de inheemse bevolking te kerstenen, onderwijs te geven en de kerkelijke infrastructuur op te bouwen. Op 26 februari 1844 ontving Jacobus Grooff de bisschoppelijke wijding van Mgr. Van Wijckersloot en vertrok op 6 december dat jaar als Apostolisch Vicaris naar Batavia. Zijn medehelpers, de heren Escherich, Kerstens, Van de Brand en Heuvels reisden met hem mee en kwamen op 21 april 1845 aan op Batavia.
Bij aankomst zag Grooff dat de toestand van de katholieke kerk erbarmelijk was. Hij reageerde daarop door de reeds werkzame priesters aldaar te ontslaan. Hij wilde dat zijn medepriesters hun plek innamen om de bevolking van adequate zielzorg te voorzien. Grooffs eenmansbeslissing schoot in het verkeerde keelgat bij de Nederlandse regering, hij overtrad namelijk het Indische staatsrecht door zijn actie. Uiteindelijk liep de kwestie zo hoog op dat Grooff en zijn medehelpers begin 1846 werden verbannen uit Oost- Indië. Over die uitzetting gaat mijn Stuk van het Jaar.
Het document handelt over een aantal ambtsbrieven betreffende de kwestie Grooff. Minister Van Son heeft een aantal brieven samengevat, erbij geschreven welke informatie hij heeft doorgespeeld en aantekeningen gemaakt. Het document geeft een mooi overzicht van de gebeurtenissen voordat Grooff en zijn medehelpers van Batavia verbannen werden. Van Son bevond zich in een benarde positie wat betreft de katholieke situatie in de Oost: Aan de ene kant moest hij de koning en de ministers steunen in hun overwegend protestantse keuzes betreffende de werkzaamheid van Grooff en co, aan de andere kant wilde hij als katholieke Brabander de missionarissen hun werkzaamheden laten voortzetten.
De groei van de katholieke bevolking in de koloniën kon daarnaast als voorbeeld dienen voor de nog onmondige Nederlandse katholieken. Terwijl de katholieke kerk in Nederland heden ten dage aan het leeglopen is, was het in het midden van de negentiende eeuw erg belangrijk meer aanwas te krijgen. De constructie van een (Brabantse) katholieke identiteit kon zo ingang vinden. De beslissingen van minister Van Son zouden een beslissende invloed gaan hebben op de latere emancipatie van de Brabantse katholieken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten