...de inschrijving van Abraham Hage... |
De 53-jarige
Abraham Hage had een vindingrijke oplossing om aan de hoge accijns op
alcoholhoudende dranken te ontsnappen: hij had zelf een brouwketel gebouwd
zonder deze aan te geven bij de belastingdienst. Daar was de directeur der
accijnzen het niet mee eens, want over alcohol moest natuurlijk belasting
worden betaald.
De getuigen Marten Prins en Cent Quist meldden dat zij “in een
waschhok (…) een gegalvaniseerd ijzeren waschketel met daarop vastgesoldeerd
deksel, in het midden voorzien van een daarin vastgesoldeerde van schroefdraad
voorziene buisvormige opening van enkele centimeters middellijn als de opening
van een benzineblik” aantroffen. In het huis lagen her en der onderdelen
verspreid in de hoop dat zijn alcoholproductie, en misschien ook wel zijn
consumptie, geheim zou blijven.
In het huis van Abraham vonden de twee
ambtenaren nog drie flessen met brouwsels. Zij waren natuurlijk benieuwd naar
de brouwkunsten van hun verdachte maar het proeven viel tegen: de inhoud
“riekte en smaakte als slecht bereid gedistilleerd van troebele kleur, meer
smakende naar spiritus dan naar jenever”. Ook in 1926 werden
belastingontduikers aangepakt! Abraham moest maar liefst 4 maanden brommen.
Tien
jaar later nam Hercule Spyridakis zijn beroep als koopman iets té serieus. Op
14 september 1935 werd hij aangehouden in ‘een rijtuig der Nederlandsche
spoorwegen’ toen hij zich verdacht gedroeg. De getuigen à charge fouilleerden
Hercule en vonden maarliefst 3860 gram opium op zijn lichaam! Om zeker van hun
zaak te zijn, schakelden ze een scheikundige in die de inhoud van de zakken
onderzocht. En ja hoor, het bleek inderdaad opium te zijn met een gehalte van maarliefst
13,55% morphine.
Vind je dit interessant? Lees dan ook:
Geen opmerkingen:
Een reactie posten