vrijdag 27 februari 2015

Hoeveel Daltons telt jouw familie?


...De Daltons uit het zuiden...
Kleine boefjes en grote criminelen zijn online traceerbaar, nu de oude inschrijvingsregisters van Brabantse strafgevangenissen over de periode 1821-1925 doorzoekbaar zijn via 
www.bhic.nl/stamboom. Staat je achternaam er niet bij? Wacht even met het ontkurken van de champagne want het strafblad kán toch nog komen...

Met het doorzoeken van de gevangenisregisters zoek je namelijk nog niet in de Huizen van Bewaring waar mensen in (al dan niet voorlopige) hechtenis zitten. Maar vrees niet, tegen de zomer beginnen we met het maken van indexen hiervan zodat ook alle opa's of oma's die zich mogelijk niet helemaal aan de wet heeft gehouden boven water komt.

Familie van de Daltons uit het zuiden (op de foto hierboven) hoeft in ieder geval niet lang te zoeken naar de criminele sporen van hun voorouders. De Daltons danken hun bekendheid vooral uit de strips van Lucky Luke. Maar deze beruchte boeven zetten rond 1890 ook in werkelijkheid heel wat bank- en treinovervallen in de Verenigde Staten op hun naam. Een vergelijkbare club is in 1905 ook in Breda actief. Een soort Daltons maar dan met bolhoed en een zachte g.
Het gaat om vier mannen, twee uit Nederland en twee uit België. De twee Nederlanders (Ooijens en Duquesnoy) leren elkaar kennen in Waalwijk waar zij allebei schoenmaker zijn. Duquesnoy heeft ook een herberg in Rotterdam en daar leert het duo meneer Domhoff uit Zundert kennen. Het idee om brandkasten te kraken, komt van hem. Hij kent ook wel een paar "mannetjes" die dat heel goed kunnen. Deze mannetjes zijn de Belgen, Van Gelder en Guilliams uit Antwerpen. Ooijens en Duquesnoy hoeven "slechts" de plaatsen aan te wijzen waar de brandkasten staan.

Hoewel de heren in het proces-verbaal de beschuldigende vinger naar elkaar steken, kun je er dit verhaal uit afleiden. Op zondag 20 november 1905 ontmoeten de vier elkaar in het huis van Duquesnoy. Daar spreken zij af om in te breken in de ijzergieterij van de Gebroeders Cosijn aan de Tramsingel in Breda. Maar op weg daar naar toe zien ze aan de Veemarkt dat meneer Zwang, handelaar in muziekinstrumenten, samen met zijn vrouw, de winkel afsluit om naar huis te gaan.

Ze besluiten om eerst in dit huis in te breken. Duquesnoy en Ooijens staan buiten op wacht. Na ruim een uur komen de Belgen weer naar buiten. Thuis wordt de buit bekeken: ongeveer vijftien gulden, een gouden horloge met een kettinkje en een gouden herenring. Hierna gaan ze alsnog naar de ijzergieterij. De Belgen breken weer in, terwijl de andere twee op wacht staan. Maar nadat de voordeur eenmaal open is, gaan ze alle vier naar binnen. 
...de gekraakte brandkast van meneer Zwang...
Na tien minuten horen zij rumoer op het terrein rondom de gieterij. De politie heeft lucht gekregen van hun klus en is gearriveerd. Ooijens en Duquesnoy worden eerst gearresteerd. De Belgen vluchten eerst nog naar boven, maar worden al gauw ook opgepakt. Ook Domhoff moet worden aangehouden voor medeplichtigheid, maar de geruchten gaan dat hij gevlucht is. Dit is mogelijk doordat de Commissaris van Politie te Breda moet wachten tot het telegraafkantoor op maandag 21 november (om 7.30 uur) open gaat om een telegram te sturen naar de Brigade Commandant van de Marechaussee te Zundert.
uit: Gerechtshof in ’s-Hertogenbosch, 1838-1930 (Toegangsnummer 22, inv.nr. 284)
Procesdossier rolnummer 5773, jaar 1905. J. van Geldere, J. Guilliams, Th. Duquesnoy en A. Ooijens, diefstal. 

Vind je dit interessant? Lees dan ook: 
- 100.000 boeven op het internet
- Beestachtig moordenaar

Geen opmerkingen: