Johannes Wier (1515-1588), de trots van Grave |
Bolleboos
Johannes Wier, ook wel Jan genoemd, werd in 1515 geboren in een voorname Graafse familie. Zijn vader was handelaar in hop en deed goede zaken. Jan was meer een bolleboos en ging op jeugdige leeftijd in de leer bij humanist Agrippa. In 1535 promoveerde hij in de medicijnen en drie jaar later vestigde hij zich als arts in zijn geboorteplaats Grave.
Monument op de Rabobank in Grave |
Brandstapel
Jan Wier werd geboren in een roerige tijd. In 1487 werd de Malleus Maleficarum (Heksenhamer) gepubliceerd en dit werk luidde een golf van heksenvervolgingen in. In 1517 maakte Maarten Luther zijn stellingen bekend en braken de godsdienstoorlogen uit.
Heksen op de brandstapel uit de Heksenhamer |
Jan Wier publiceerde zijn ideeën voor het eerst in zijn boek 'De Prestigiis Daemonum' (over duivelse bezetenheid) in 1564. Hoewel het boek door meerdere vorsten is verboden en in Schotland zelfs op de brandstapel belandde, is Wier zelf nooit zo'n vreselijk lot beschoren. Mede door zijn goede connectie met hertog Willem ontsprong hij de dans.
Leren etuitje
Over het leven van Wier in Grave is weinig bekend. Wel weten we dat hij samen met zijn vrouw Judith en dochter Sophie een huisje bezat in Ravenstein. Daar speelde zich op een dag een bizar tafereel af...
Er was eens een meisje, dat door een boze geest bezeten zou zijn. Om haar hals hing daarom een leren etuitje, waarin een briefje zat genaaid. De pastoor meende dat dit de geest zou uitdrijven. Judith fronste haar wenkbrauwen toen zij hiervan hoorde en zij besloot het arme meisje op te nemen in huize Wier. De vrouw des huizes drukte haar op het hart dat de woorden van meneer de pastoor klinkklare onzin waren.
Typische afbeelding van heksen, 1510 |
Natuurlijk zijn we allemaal heel nieuwsgierig naar de inhoud van het etuitje. Wat had de pastoor opgeschreven? Bijbelteksten, spreuken of Latijnse teksten? Niets van dit alles! Er zat een vergeeld, blanco stukje papier in, dat samen met het etuitje in het vuur werd gegooid. Zo toonden Wier en zijn vrouw weer een stukje 'onzinnig' bijgeloof aan.
Trots
Tijdens zijn leven deed Jan Wier vele onderzoeken naar bijgeloof, hekserij en het bestaan van allerlei ziekten. Uiteindelijk overleed hij in 1588 in het Duitse Tecklenburg. Daar is op 3 oktober jl. een uitgebreide herdenking geweest, waarbij een Graafs koor ook hun muzikale bijdrage heeft geleverd.
Feestelijke herdenking in Duitsland |
Geschreven door:
Lisette Kuijper
Vind je dit leuk? Lees dan ook:
- Een weldenkend en humaan mens: Johannes Wier (1515-1588)
- Hanneke kiest: Heksenproef #stukvanhetjaar2014
De beste verhalen via e-mail ontvangen?
2 opmerkingen:
Wederom een interessant verhaal Lisette! Dank je wel.
Roerige tijden. Toch goed dat er mensen waren zoals Jan Wier ..[ laten we hopen dat er meer waren!] die op durfden te komen voor het lot van deze meisjes/vrouwen. En dat terwijl Jan Wier zelf ook leefde met enig bijgeloof.
Meen verder ooit gelezen te hebben dat door een (verplichte) bedevaart te maken het vreselijke vonnis wel eens bijgesteld kon worden.
[Ik] lees momenteel 'Duivelskwartier'..over de heksenvervolging in Peelland eind 16de eeuw. Vrouwen die bijv. door burenruzies en achterdocht al gauw als heks bestempeld werden konden zo maar op de brandstapel belanden. - gr. - Helena
Beste Helena, bedankt voor je reactie. Over een bedevaart als 'ontsnappingsmogelijkheid' was mij nog niets bekend; heel interessant om te lezen!
Voor ons is het volkomen onbegrijpelijk hoe vrouwen in die tijd zomaar tot de brandstapel werden veroordeeld. Inderdaad maar goed dat mensen zoals Jan Wier voor deze vrouwen in de bres sprongen...
Een reactie posten