Sommigen in Velp en Reek meenden dat ze idioot was. Anderen vonden haar kwaadaardig. Misschien zat ze ook wel achter de branden die de twee dorpen de laatste tijd teisterden. Een monster, zowel lichamelijk als geestelijk. Dat was misschien wel de beste omschrijving van het meisje met de woeste, flonkerende ogen…
15 jaar oud was ze, deze Maria van der Linden. Ze kwam uit Reek, uit een buurt die bekend stond als ‘de Wildernis’. Zei dat niet genoeg? Niemand stond ervan te kijken toen ze op de avond van donderdag 6 oktober 1875 in opdracht van marechaussee Sellschop werd opgepakt. Had zij, eerder die dag, niet ook als enige geweigerd mee te zoeken naar de verdwenen dochters van Antoon Laarackers uit Reek, 6 en 9 jaar oud?
Ze lachte het toegestroomde publiek brutaal uit toen ze naar de Graafse gevangenis werd gevoerd. Maar eenmaal binnen kwam het al gauw tot een bekentenis van ‘het kind van de wildernis’.
Ja, zij had die ochtend de twee meisjes vermoord. Ze was in Velp eikels aan het rapen toen de twee haar, niet voor het eerst, uitscholden. Haar toeriepen dat zij geen centen had voor de kermis en de twee zusjes lekker wél.
Ze had haar knipmes gepakt en de oudste, Henrica, een bosje ingelokt. Had het kind een snee toegebracht en vervolgens in de ogen gestoken. Nog een steek was nodig om het kind te doden. Vervolgens had ze het 6-jarige zusje, Theodora, in een sloot geduwd en net zo lang onder water gehouden totdat ze niet meer spartelde.
De rechters die op 21 februari 1876 de dubbele moord behandelden, troffen tegenover zich geen meisje aan. Daar stond een jongen. In de gevangenis was aan het licht gekomen dat de jonge dader – klein van stuk, met een bleek aangezicht en een kuiltje in de kin – een penis had. „Ik ben altijd als meisje opgevoed en heb er nooit aan gedacht dat ik een jongen zou kunnen zijn”, zei hij tegen de rechters. Hij had een zeldzame afwijking aan zijn geslachtsorgaan: hypospadie. Bij zijn geboorte was er maar voor gekozen het kind als een meisje te beschouwen…
Afwijking of niet, de rechters oordeelden dat de jongen in koelen bloede zijn daden had gepleegd. En dat er niets mis was met zijn geestelijke vermogens. Vijftien jaar verbeterhuis, zo luidde het vonnis een week later.
Toen hij, als vrij man, in 1903 wilde trouwen, was er een probleem. Volgens de geboorteakte was hij immers een vrouw. De rechtbank kwam er opnieuw aan te pas. Nu om te verklaren dat die geboorteakte moest worden gewijzigd: vrouwelijk werd mannelijk en Maria werd Marinus.
Dit verhaal is geschreven
door journalist/schrijver Geurt Franzen (www.geurtfranzen.com)
en verscheen eerder in dagblad De Gelderlander (www.dg.nl/maasland).
Vind je dit interessant? Lees dan ook:- Een beestachtig moordenaar
- De Goede Stad: crimineel of niet
De beste verhalen via e-mail ontvangen?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten