...impressie van landgoed Hattert... |
Veldwachter,
op dat beroep hoefde je vroeger niet echt jaloers te zijn. Hij probeerde de
orde te bewaren tussen dat rauwe volk op het platteland dat een beetje respect
had voor meneer pastoor maar weinig voor de handhaver der wet. Het ging vaak
hard tegen hard.
Zoals
in de nacht van zaterdag 4 op zondag 5 november 1905. Met zijn vieren slopen ze
door de bossen. Vier veldwachters die moesten controleren of er werd gestroopt
in de bossen van Smits van Hattert, de familie die het landgoed Hattert in
Vierlingsbeek bestierde. En ja hoor, die nacht hadden ze succes. De vier
veldwachters betrapten een stroper op heterdaad. De man was met een lichtbak in
de weer. Een sterke lamp waarmee je het wild, hazen en konijnen, in het donker
kunt verblinden. De dieren blijven meestal stilzitten en zijn dan een
makkelijke prooi.
De
betrapte stroper bleef echter niet stilzitten. Hij ging op de vlucht en schoot
ondertussen met zijn hagelgeweer op zijn belagers. Twee hoeders der wet werden
geraakt. Veldwachter Antoon Bus uit Vierlingsbeek kreeg een schot hagel in zijn
enkel. De gemeenteveldwachter van Maashees, Huub Bouten, was er erger aan toe.
Die kreeg een schot hagel in zijn been. Hij moest voor geneeskundige verzorging
naar het hospitaal in Venlo gebracht worden.
De
stroper ontkwam die nacht, maar hij zou toch zijn straf niet ontlopen. Al de
volgende dag stonden de marechaussees bij hem op de stoep. Ondanks het donker
hadden de veldwachters de snoodaard herkend. Het was immers iemand die nog niet
zo lang geleden aan hĂșn kant van de wet had gestaan. De stroper heette
Augustinus van der Heijden en woonde in Groeningen. Hij was een tijdje
veldwachter geweest in Cuijk, maar had nu de stiel van zijn vader weer
opgepakt: klompenmaker. Blijkbaar was daar onvoldoende mee te verdienen om zijn
acht kinderen mee te voeden en stond er met enige regelmaat gestroopte
hazenbout op het menu.
Tijdens
de rechtszitting in Den Bosch werden niet minder dan twaalf getuigen gehoord.
Onder wie drie doktoren en een wapen smid. Van der Heijden werd op 8 maart 1906
veroordeeld tot vier jaar cel. Wegens goed gedrag was hij na drie jaar weer
vrij man. Veldwachter
Bouten was toen, in 1909, al een jaar dood. Niet als gevolg van het schot in
zijn been tijdens die tragische ontmoeting in het bos overigens. De gemeente
Maashees en Overloon deed na zijn dood een oproep voor een nieuwe veldwachter.
Ondanks het gevaarlijke beroep, kwamen er toch 48 sollicitanten op af. Vast
en zeker gelokt door het geboden jaarloon: 400 gulden…
Dit verhaal is geschreven door journalist/schrijver Geurt Franzen (www.geurtfranzen.com) en verscheen eerder in dagblad De Gelderlander (www.dg.nl/maasland).
- Een overspelige dominee
- Moord en martelingen in Breda
De beste verhalen via e-mail ontvangen?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten